WIj zijn DE SLUIS!
Genieten kunt u zeker van onze nieuwe menukaart. Chef-kok Hans de Rijk stelt per seizoen de menukaart samen met daarop de lekkerste gerechten. Voor ieder wat wils. Een lunch met een broodje en een kop soep of een 3 gangen diner in ons restaurant, wij presenteren u graag onze menukaart. Voor extra variatie is ook het krijtbord in de wintertuin gevuld met seizoensgebonden gerechten.
Elk gebouw heeft zo zijn eigen historie. Zodra een pand nieuw wordt gebouwd, begint de geschiedenis op het moment dat de eerste spade in de grond wordt gestoken. Zo begon ook ooit het verhaal van ‘De Sluis’, dat na meer dan 90 jaar nog steeds parmantig bij Sluis 16 staat, langs de Zuid-Willemsvaart. Het zijn soms maar kleine geschiedenisjes of korte anekdotes, maar toch: voor degenen die er nu wonen, werken, leven en liefhebben maken die oude vertellingen deel uit van hun leven. En door Ome Sjef, die ondanks zijn leeftijd dagelijks de boel komt inspec–teren, speelt de geschiedenis nog een grote rol in het leven van eigenaresse Annelies Haex.
De geschiedenis van ‘Logement De Sluis’ begint bij de jaren dertig van de vorige eeuw. In 1933 werd het hoofdgebouw gebouwd door de familie Van der Loo uit Weert. Dankzij de ligging naast het kanaal werd ‘Logement De Sluis’ een pleisterplaats en ontmoetings–punt voor schippers. Uitbater Van der Loo zag het na een paar jaar echter niet meer zo zitten met het logement, maar Opa Bèr wel! Opa Bèr had – voor wat wij tegen–woordig een luttel bedrag vinden – een huis laten bouwen ergens in Weert en ruilde ‘Logement De Sluis’ van familie Van der Loo tegen zijn nieuwbouwhuis. Het gammele kippenhok naast het etablissement kreeg Opa Bèr er gratis bij…
Opa Bèr Kreemers is de grootvader van Annelies Haex. Toen de dochter van Opa Bèr ‘Tante Sien’ er in 1976 mee stopte, nam Annelies Haex ‘De Sluis’ over. Zoon en dochter van Annelies, Robert en Miriam Beerens, zijn de volgende generatie ‘Sluisjes’. Ome Sjef, de zoon van Opa Bèr, was nog vaak bij ‘zijn Sluis’ te vinden en als u een gesprekje met hem aanknoopte dan merkte u algauw dat hij een lopend geschiedenis–boek was en dat hij zijn verhalen met plezier met u wou delen… ‘De Sluis’ werd in de volksmond ook wel ‘Het Rovershol’ genoemd. Botersmokkelaars sloegen hun buit op in de koude kelders van ‘De Sluis’.
En dat er serieus op smokkelaars werd gejaagd, blijkt uit het verhaal van de douanier die een regen kogels op een smokkelaar afvuurde, waardoor de goede boter op de kar volledig werd verpest. Ook de oorlog heeft ‘De Sluis’ niet gespaard. Door zware bombardementen werd het dak er meerdere keren vanaf geschoten. En ‘Opa Bèr’ moest na elke beschieting zelf de herstelkosten betalen. Dat zit Ome Sjef eigenlijk nog steeds niet zo lekker. Hij moppert dan wat, loopt naar de bar, overziet de gelagkamer en zipt dan stilletjes aan zijn koffie. Laat hem dan maar even. Zodra hij weer van zijn kruk springt om de vuile vaat naar de keuken te brengen, ziet u vanzelf zijn ogen weer glanzen. Het is en blijft ‘zijn Sluis’ en als het hem te lang duurt voordat een tafeltje netjes wordt afgeruimd, doet hij het zelf maar. Net als vroeger…